DE DRIEDAAGSE
Drie dagen is de verbeelding aan de macht
Theater Artemis ontwikkelt drie theatrale soloperformances die zich gedurende drie dagen afspelen op een basisschool. De voorstellingen worden niet bij de leerlingen aangekondigd en lijken in tijd en ruimte eindeloos. We vroegen drie talentvolle makende spelers om samen met een door hen gekozen vormgever deze uitdaging aan te gaan.
Nog Niet Ontdekte Diersoort (N.N.O.D.)
Willemijn Zevenhuijzen (1976) begon samen met vormgever Calle de Hoog (1989) afgelopen juni. Zij ontwikkelden een solo waarin Willemijn zelf als een Nog Niet Ontdekt Dier (N.N.O.D.) in de kleine pauze op maandag verscheen aan de rand van het schoolplein. Tot grote opwinding en schrik van de leerlingen ging ze hier niet zomaar weg. Sterker nog, de volgende dag was ze er nog en had ze met haar roze spoor de hele school omwikkelt en al het ‘geel’ uit de school weggegeten. Aan het einde van de tweede dag begon het N.N.O.D. zichzelf in te wikkelen, om halverwege de volgende dag te ontpoppen en getransformeerd de school weer te verlaten.
Klusbedrijf Smorenberg
Rob Smorenberg (1993) maakte met vormgever Django Walon (1989) een solo als magisch klusjesman. In tergende slowmotion doet hij zijn ogenschijnlijk eenvoudige werk. In drie uur tijd rolt hij zijn haspel uit, waarna hij in anderhalf uur zijn boterham op eet, om vervolgens in twee uur en een kwartier een trap op te klimmen. Tot zo ver best raar, maar ook nog te overzien. Maar waarom komt hij allerlei spullen uit de klas halen? En waar komt dat glitterpoeder vandaan wat hij al uren staat op te vegen?
De Takkentoktikker
Elias de Bruyne (1988) werkte samen met vormgever Ruben Wijnstok (1986) aan het verhaal van de Takkentoktikker, een eenzaam figuurtje dat normaal ver weg in de bossen leeft. Het is van nature een verzamelaar. Alles wat hij vindt hangt hij in zijn gewaad. Wanneer hij beweegt, beweegt zijn gewaad met hem mee. Dan rammelt alles en maakt hij lawaai. Het geluid dient om andere takkentoktikkers te lokken. Hoe meer gerammel hoe beter hij zich voelt. Door het kappen van wouden is hij alles plots kwijt geraakt. Hij zwerft nu bang rond en verzamelt alles wat hij kan. Het enige wat hij nog heeft is zijn KUBOES. Een kubus waarin hij zich kan verbergen. Wanneer zijn gewaad weer gevuld is met spullen is het tijd om lawaai te maken en terug te gaan naar zijn familie.
Stoffologie
Professor Christopher, wetenschapper verbonden aan het Ministerie van Stoffologie, onderzoekt met de kinderen het stof op de school.
Stof, dat zijn vuildeeltjes, kleine deeltjes van minder dan een halve micrometer en pluisjes.
Met de klas ontdekt hij onder zijn microscoop, tussen de vezels van een trui, krijtdeeltjes en de poepjes van huisstofmijten, een heuse stofkabouter. Hij is zo klein als stof, met het blote oog haast niet te zien. Een probleem: als je aan hem denkt gaat hij groeien… de volgende ochtend wordt er een stofkabouter van 1 meter 90 aangetroffen op school. Hoe kunnen we die nu weer klein krijgen?
WILLEMIJN ZEVENHUIJZEN
Jetse Batelaan
ROB SMORENBERG
DJANGO WALON
ELIAS DE BRUYNE
RUBEN WIJNSTOK
Dennis Tiecken
Lotte Boonstra