De VSCD-jury blikt terug: "theater voor volwassenen zou best eens een voorbeeld kunnen nemen aan de totaalaanpak in het jeugd- en jongerentheater"

‘durf, want angst is er al genoeg’

WIE IS NU EIGENLIJK HET KIND?

Als Krekel-jury blikken we op deze Jeugdtheaterdag terug op het voorbije seizoen. Met een positief verhaal. Want de jury is zeker te spreken over het voorbije seizoen.

Maar het moet gezegd: wij voelen ons schúldig. Niet omdat we niet achter onze prijswinnaars of nominaties zouden staan. Integendeel. Daar zijn we het unaniem over eens.

Ook niet omdat we te weinig voorstellingen zouden hebben gezien. Integendeel: we hebben met z’n allen ongelooflijk veel voorstellingen gezien, voor jeugd, jongeren, jong volwassenen en piepjong publiek. Op locatie, in trailers, op scholen, in het theater. Er zijn juryleden die zo’n 70 tot 80 jeugdvoorstellingen per jaar bijwonen. We doen dat met plezier, uit liefde voor dit o zo belangrijke terrein van de podiumkunsten.

Maar wij voelen ons schúldig.

En wel omdat we als volwassenen dit jaar opvallend vaak in het jeugdtheater rechtstreeks door optredende kinderen werden aangesproken op de puinhopen die wij er met z’n allen van maken. De Staat van het Theater van Timothy de Gilde, zojuist uitgesproken, is daar ook weer een treffend voorbeeld van.

Neem Hallo Dampkring van Theater Artemis: een ongelooflijk ontroerende, vals gezongen, rechtstreekse oproep, door jonge kinderen, aan het adres van volwassenen, om in godsnaam eindelijk eens de opwarming van de aarde een halt toe te roepen. Ze boden ons nog wel een kans een mea culpa te stotteren, en een belofte te doen. Maar we stonden daar behoorlijk bij te schutteren. Ze leken in al hun prille aanwezigheid in dat grasland van Oerol en Theaterfestival Boulevard wijzer dan wij met z’n allen bij elkaar. En toch lukt het ons niet die belofte uit de voorstelling in de werkelijkheid gestand te doen. Zie het natuurgeweld overal ter wereld, dat alleen maar erger wordt. Terwijl er zo veel machthebbers zijn die het tegendeel beweren.

Het jonge theatertalent Sanne Nouws maakte met Hendrik IV – ongeschikt voor kinderen een knappe satire op dit soort grootheidswaan van machthebbers, scherp gespeeld, mooi vormgegeven door Liesje Knobel en met een verrassend theatrale breuk in de spanningsboog. Het is niet moeilijk in de wispelturige figuur van Hendrik IV een versie van Donald Trump te herkennen: wat hem bevalt wordt wet, wat hem niet zint verbiedt hij per decreet. Dat is mooi, dat jeugdtheater op deze manier met een vrije bewerking van Luigi Pirandello’s Enrico IV, een stuk van bijna honderd jaar oud, toch zo actueel kan zijn.

Er waren meer voorstellingen waarin kinderen wijzer waren dan ouders. Zoals in Barbaartje van regisseur Timothy de Gilde en schrijver Joachim Robbrecht bij Theater Sonnevanck, het duo dat vorig jaar met Bromance de Gouden Krekel won. En in Mona van NTJong, in een regie van Alexandra Broeder naar een nieuwe theatertekst van Griet Op de Beeck, lijkt ook een kind in de knel al zijn verstand en gevoel aan te roepen om ouders uit de sloot te houden.

Het gestuntel van gescheiden ouders, en de gevolgen daarvan, we kregen het allemaal op ons bord in Sons & Daughters van TA-Junior. En we zien nu al uit naar Ifegineia Koningskind van Noël Fischer, over de schadelijke liefde van ouders en de onmetelijke loyaliteit van een kind. Dit heftige klassieke verhaal, door Pauline Mol opgetekend vanuit de blik van een kind, zal onze schuldgevoelens zeker niet verminderen.

In het aangrijpende Dit is geen dagboek van Beer Muziektheater werden we ons akelig bewust van de jarenlange gevolgen voor kinderen (in dit geval de vertraging die een puber oploopt door onverwerkte rouw) van een wanhoopsdaad door volwassenen, zeker wanneer de omgeving daar al even onhandig mee omgaat.

Dat ook jongeren heftig kunnen ontsporen als ze het machtsspel van volwassenen naspelen bleek uit Lord of the Flies van NTJong, een voorstelling waarin overigens ook het gebruik van meeslepende theatermuziek opviel, door een live drummer en een live bediende laptop. Jongeren waarvan een groot aantal nog nooit in het theater was geweest, zagen nu dat een stukgelezen boek op een boekenlijst ook meer kan opleveren dan het bij elkaar harken van samenvattingen op scholieren.com.

Gelukkig wordt het gestuntel van instabiele ouders soms ook hilarisch verpakt zoals in Klucht van BonteHond, waarin het niet meer uitmaakte met wíe je tot je verbazing in een opklapbed belandde, kortsluiting ontstond er toch. En wéér stelde het kínd de slimste vragen, vanuit zijn veilige slaapkamer.

Het kind dat volwassener is dan de ouders – het was een van de opvallendste thema’s van het afgelopen theaterseizoen.

Wat we óók constateerden: net als het theater voor volwassenen reageert ook het jeugdtheater steeds sneller en snediger op de actualiteit. Met voorstellingen die stevig aan het denken zetten, over belangrijke thema’s, zoals vrijheid van meningsuiting, privacy, identiteit en nepnieuws.

Precies toen het fenomeen van alternatieve feiten de twitteraccounts nieuwsburelen domineerde kwamen Toneelgroep Oostpool en Theater Sonnevanck met het rake It’s my mouth I can say what I want to, geregisseerd door Daria Bukviç en geschreven door Daan Windhorst. Een pakkend pleidooi voor het gebruik van gezond verstand, je eigen ogen en je basale intuïtie.

Over schuld, geweld, moraliteit en medeplichtigheid gaat de strak gesneden trailervoorstelling Pretpark van Toneelgroep Oostpool en Theater Sonnevanck.

Even terzijde: de trailervoorstellingen van Toneelgroep Oostpool en Theater Sonnevanck scoren de laatste tijd hoog in de Krekelnominaties, het zal u niet zijn ontgaan. Het zou toch mooi zijn als deze voorstellingen vaker te zien zouden zijn, ook buiten de regio oost.

Andere voorstellingen waarin de actualiteit op een bijzondere manier de theaterzaal binnenkwam zijn Guerilla van DOX en Danstheater AYA en The Future ain’t what it used to be, eveneens van DOX. Strijden voor een ideaal, betekent meer dan een slogan op een protestbord, een oproep op twitter of een petitie online, dat laten deze jongeren hierin overtuigend zien.

We willen speciaal Nadia noemen, van Daniël van Klaveren, gespeeld op scholen door De Toneelmakerij. Veel juryleden waren enorm onder de indruk, niet in de laatste plaats door de belangrijke educatieve inbedding met een open en eerlijk gesprek met leerlingen. En door de scherpe tekst in het hier & nu, niet alleen qua gekozen onderwerp – radicalisering -, ook door de suggestie van dialogen via smartphones en skype.

Sell me your secret van Floris van Delft en Wolter Muller bij Maas theater en dans, maakt je origineel en speels bewust van de paradox tussen het vergrendelen aan de voorkant van alle informatie op je smartphone, met een toegangscode, en het wagenwijd openzetten aan de achterkant van diezelfde informatie door het downloaden van apps en het toestaan van cookies.

De gehanteerde interactieve vorm was zelden zo ludiek, actueel en modern als bij deze voorstelling. Dat mijn dochter daarbij de ontgrendelde telefoon van een staatssecretaris in handen kreeg (Jetta Klijnsma, haar buurvrouw op dat moment) deed mij als journalist natuurlijk alleen maar watertanden.

Meer opvallende vormen van interactie, waarbij je werd verleid tot intieme en eerlijke betrokkenheid en je je niet meer kon verschuilen achter de afwachtende houding van een zwijgende toeschouwer zagen we bijvoorbeeld bij Sons & Daugthers van TA-Junior, Guerilla van DOX en Molman van Het Filiaal en Schippers&VanGucht.

Tegenover al die priemende vingers en beschuldigende blikken van kinderen op de theatervloer, al dan niet in interactieve vorm, stonden ook een paar wame feestjes, zoals de ode aan de ontluikende hartstocht in het ontwapenende LIEFDE van Maas theater en dans. Wie door die vorm, dat spel en die dans zijn cynisme niet liet varen, heeft nog nooit een hart horen overslaan. En in de peutervoorstelling MOES van Casier & Dies werd het alledaagse zo zoet en betoverend verpakt, dat we de geur van appelmoes nog steeds kunnen ruiken.

Ook ISH bouwde een feestje in de grote zaal, tijdens Elements of Freestyle, een stoere, knap geregisseerde voorstelling waarin de kracht van het collectief zo veel meer is dan de optelsom van individuele skills. En de bijzonder opgebouwde choreografie in Ignite van ISH, van Shailesh Bahoran, laat zien dat er flinke sprongen worden gemaakt in het vloeiend samen gaan van urban en moderne dans.

En De Dansers, de groep van Guy Corneille en Josephine van Rheenen blijft opvallen met een energieke integratie van muziek en dans. Ook Project Sally, inmiddels omgedoopt tot Dansgezelschap Sally Maastricht, durft steeds meer haar vleugels uit te slaan.

In bijna geen enkele categorie te plaatsen, zo tegendraads van vorm, was Oorlog van Theater Artemis. Je moet het maar durven om acteurs vaker achter de coulissen dan voor op het toneel te laten spelen. En toch is dat tergend-lang-wachten-op-actie natuurlijk ook in een echte oorlogssituatie aan de hand, naast het heftige werk dat we meestal op nieuwsbeelden zien. Daarmee is Oorlog, hoe bizar ook – rolschaatsend over knalerwten – een behoorlijke knappe voorstelling. En ook hier weer opvallende interactie met het publiek, gecommuniceerd via een wc-bril.

We noemen nog de overweldigende energie van Joris & De Drakentemmers van Het Laagland – de winnaar van de ZAPP Theaterprijs – en het gebruik van muziek in deze voorstelling. Steeds meer acteurs wagen zich aan het maken van live muziek en steeds meer muzikanten spelen mee; dat zorgt voor een nieuwe dynamiek en een bijzonder theatrale muzikaliteit, zoals bij Joris & de Drakentemmers, maar ook bij Jazz Duzz van De Toneelmakerij en Onbekend Land van Het Houten Huis. We durven wel te zeggen dat bij die laatste voorstelling een paar juryleden erg geroerd waren door de bijzondere vorm waarin het thema van vreemdelingenangst was gegoten.

De angst voor het vreemde, ook zo’n onderwerp dat niet uit de actualiteit is weg te slaan, zagen we ook in verrassende vorm terug bij Molman van Het Filiaal en Schippers&VanGucht. Een donkere en duistere voorstelling in een trailer – daar hebben we ‘m weer – die bijna als vanzelf zinderend begon licht te geven. Theater dat jong publiek zeker nog niet eerder in zo’n vorm heeft gezien. En ouder publiek vast ook niet.

We zijn trots op de diversiteit die in het jeugdtheater zo’n vanzelfsprekende realiteit lijkt te worden, dankzij een jarenlange doordachte aanpak van groepen als MAAS, AYA, ISH, ZEP en DOX. Hierbij is het jeugdtheater al zo veel verder op weg dan het theater voor volwassenen. Dat zou best eens een voorbeeld kunnen nemen aan de totaalaanpak in het jeugd- en jongerentheater.

Want, waren het niet de acteurs en dansers uit Guerilla die rechtstreeks aan ons toeschouwers de vraag adresseerden: wat dóen wij eigenlijk? Zwijgen we, luisteren we, kijken we weg? Of durven we iets te zeggen? Durven we het verschil te maken, om maar eens een cliché uit de kast te trekken?

Wij voelen ons schuldig, we zeggen het eerlijk. We zagen durf op het podium. De durf waarvoor we twee jaar geleden een pleidooi hielden onder het motto: ‘durf, want angst is er al genoeg’.

We zagen dat het kind dit jaar in ieder geval durfde en nog duidelijker een eigen stem heeft gekregen in het jeugdtheater.

We eindigen met een citaat van schrijfster Désanne van Brederode:

‘Zoals iedere volwassene de vleesgeworden verstopplaats is van een (….) kind, zo is ieder (….) kind de feestelijke verpakking van een (….) volwassene (….).’

Op naar een nieuw seizoen vol feestelijke verpakkingen en vleesgeworden verstopplaatsen.

(Annette Embrechts namens de hele Krekeljury 2017)

Colette van Wees (voorzitter, programmering De Krakeling, Amsterdam)

Raoul Boer (directeur Schouwburg Hengelo)

Annette Embrechts (theater- en dansrecensent De Volkskrant)

Gonny Gaakeer (actrice en theatermaker)

Hillechien Steenbruggen (programmering en marketing Schouwburg Het Park, Hoorn)

Marieke van Duin (jeugdprogrammeur en medewerker educatie Theater De Vest, Alkmaar)

Leontien Wiering (directeur Het Klooster, Woerden).